Psychomotoriek
Binnen de psychomotorische therapie wordt gewerkt op het verbeteren van de motorische vaardigheden, zowel op fijnmotorisch als grofmotorisch vlak. Waarbij er rekening wordt gehouden met de hulpvraag. Deze psychomotorische aspecten kunnen worden toepast bij kinderen met een algemene motorische ontwikkelingsvertraging, DCD, bewegingsangst, ASS, ADHD.
Volgende aspecten kunnen aan bod komen:
- Grofmotorische vaardigheden zoals evenwichtstaken, coördinatietaken, balvaardigheid
- Fijnmotorische vaardigheden zoals kralen rijgen, knippen
- Aanleren van dagelijkse motorische activiteiten zoals veters strikken, bestek hanteren, knoopjes/rits openen/sluiten
Er wordt altijd een gestandaardiseerde test afgenomen vooraleer therapie wordt opgestart (oa. m-ABC II – Movement Assessment Battery for Children II).
Op basis van de testresultaten kunnen behandeldoelstellingen worden opgesteld.